Waar mensen samenwerken is altijd sprake van een bovenstroom en een onderstroom. Ze bestaan in iedere organisatie en hebben grote invloed op elkaar.

De bovenstroom is het deel van de organisatie waar we alles formeel hebben geregeld. Het is de wereld van documenten, jaarplannen, spreadsheets, regels, procedures.

De onderstroom staat niet op papier. Dat zijn de relatienetwerken van mensen in onze organisatie waarin verhalen, ervaringen, emoties, onvrede en hoop circuleren.

Vaak is er een conflict tussen de bovenstroom en de onderstroom. Vooral waar de afstand groot is, kan je wachten op problemen. Dit houdt onze organisaties geĀ­vangen.

Dan sturen we onze managers de organisatie in met een verhaal over doelen, plannen, structuren en ga maar door. De mensen reageren daarop. Met emoties. Met reacties die gaan over relaties, hun dromen, wensen, angsten en normen. Dat noemen we dan weerstand en we reageren met een formele aanpak. Maar die zal per definitie te kort schieten.

Want een regulier organisatievraagstuk is voor 30% bovenstroom en 70% is onderstroom. Toch grijpen we steeds naar bovenstroomse oplossingen voor onderstroomse problemen. Komt dat omdat we geneigd zijn gevoelens en emoties als subjectief te zien, vinden we ze minder legitiem?

Onze aanpak gaat voorbij aan het effect van het denken en handelen van mensen op de dagelijkse bedrijfsvoering. Dan erkennen we onvoldoende dat het onze mensen zijn die betekenis geven aan onze organisatie. Zij bepalen uiteindelijk het tempo en hebben draagkracht. Dat kan ons veel geld opleveren maar ook veel geld kosten.

Verandervermogen zit niet alleen in de structuren en formele oplossingen. Verandervermogen zit vooral in de mensen. Dat kunnen we veel beter inzetten. Daar wordt iedereen beter van.