5 belangrijke tips voor de top van de organisatie om deze impasse te doorbreken.

 

Herken je als manager het gevoel dat het werk wel gedaan wordt maar dat het niet van harte gaat? Vaak als je ernaar vraagt komt er geen antwoord dat je verder brengt. Wat doe je dan?

In bijna alle gevallen zie je in dergelijke situaties dat je uitsluitend je team aanstuurt volgens het bovenstroomse principe.  Dat betekent dat je alleen stuurt op dat wat zichtbaar te maken is. Dus feiten, cijfers, meetbare prestaties, indicatoren en processen volgens strakke protocollen die moeten worden afgevinkt als ze zijn gedaan.  Dat je daar in terecht bent gekomen heeft verschillende oorzaken.  Bijvoorbeeld dat de businessmodellen van de branche waarin je werkzaam bent steeds slechter renderen en dat je alsmaar met efficiency maatregelen het hoofd boven water probeert te houden.

Onderzoek laat zien dat de bovenstroomse aanpak slechts voor 30% bijdraagt aan de succesvol veranderen. Maar liefst 70% van het succesvol veranderen, en in sommige branches ligt dat percentage zelf hoger, komt door het aanpakken van het onderstroomse principe. Dat zijn de factoren die minder goed zichtbaar zijn en waarbij ook de leidinggevende meer zijn gevoel en intuïtie moet inzetten. Voorbeelden van onderstroomse principes zijn: is er voldoende vertrouwen om zaken aan de orde te stellen, is er ruimte voor eigen inbreng, wordt weerstand bieden gewaardeerd. Mogen medewerkers zelf verantwoordelijkheid dragen, weet je wat individuele medewerkers motiveert en is er zicht op elkaars talenten.

De onderstroomse principes effectief te laten zijn vraagt geduld en doorzettingsvermogen.

5 tips

  1. Sta kleine experimenten toe in zelf gekozen veranderingen in het werk. Maar wees ook consequent en hou vol door dit te blijven doen en geeft steeds meer ruimte. Zo bouw je concreet aan vertrouwen.
  2. Geef complimenten liefst onverwachts en zo persoonlijk mogelijk. Maar kijk uit dat je niet vervalt in vleierij, want dat is echt een doodzonde en dan ben je weer bij af. Wie meer daarover wil weten moet zoeken naar publicaties van Jana Gallus die dit tot haar specialiteit heeft gemaakt als professor.
  3. Stel wisselende teams aan voor verschillende opdrachten. Dit vergroot het leren en zorgt voor diversiteit binnen het team. Maak de teams niet al te groot. Het meest effectief is tussen de 4 en 8 deelnemers per team.
  4. Stel minimaal een keer per jaar de werkwijze ter discussie en beloon verbeteringen.
  5. Betrek klanten in het werk van de teams.

Wil je gestructureerd met ‘de onderstroomse principes’ aan de slag en vind je het prettig daarin bijgestaan te worden neem dan met ons contact op, dan vertellen we je graag hoe we dat bij een aantal organisaties met succes uitgevoerd hebben. (doorklikken naar contact)